home news forum careers events suppliers solutions markets expos directories catalogs resources advertise contacts
 
News Page

The news
and
beyond the news
Index of news sources
All Africa Asia/Pacific Europe Latin America Middle East North America
  Topics
  Species
Archives
News archive 1997-2008
 

Independent variety trials show productivity of wheat varieties continues to increase
Productiviteit tarwerassen stijgt onverminderd verder


Wageningen, The Netherlands
March 10, 2016

Productivity of wheat varieties continues to increase

Nowhere in the world is the average grain yield as high as in the Netherlands, where it is over ten tonnes per hectare. Research by Wageningen UR shows that the introduction of new varieties has caused yields to increase by approximately 8 to 10 per cent per decade. Converted to a hectare of winter wheat, this represents an increase of 800 to 1,000 kilograms; a huge achievement for breeders of new varieties. Wageningen UR scientist Lubbert van den Brink also underlines the importance of independent variety trials. “We make the genetic progress visible in a reliable way, and help arable farmers select varieties that offer the highest yield and, therefore, the best returns on their soil.”

Three-year trial

Wageningen UR performs these variety trials for breeding companies. New varieties are only added to the Recommended List of Varieties (Aanbevelende Rassenlijst) after reliable tests have determined that they perform better than previous varieties. As annual and field conditions impact variety performance, this takes a trial period of at least three years. Each year in September, at the start of the sowing season, CSAR (the Dutch Recommended List Committee) announces which winter wheat varieties are being recommended after including the field test results from that year. As a result of the partial automation of the data processing, the scientists have figures available within one month of harvesting. 

Tarwe gele roestBetter resistance

In addition to a higher yield, the grain sector is constantly looking for varieties with better disease resistance to ensure that the yield is more secure and the use of crop protection products can be minimised. For winter wheat this involves diseases such as yellow rust, mildew, brown rust, leafspot and fusarium in the ear. By selecting varieties with a good disease resistance, breeders therefore minimise costs and benefit the environment due to the reduced use of crop protection products. Including the recommended varieties in the research allows an annual re-evaluation of the susceptibility to the main wheat pathogens. On the long run, it happens  that some varieties  become more vulnerable because the fungal diseases adapt. A new race of yellow rust appeared in recent years, for instance. Thanks to the variety research, grain breeders can immediately see how existing varieties cope.

Different causes for stagnation

While Wageningen scientists see a constant increase in the yields on test fields, the annual increase for arable farmers is not as visible. In fact, over the past ten years the yield has barely improved in practice while the potential maximum yield of the new varieties did increase. “Although the exact cause of this stagnation is unknown, it is probably due to changing cultivation  conditions,” says Van den Brink. “Nowadays, wheat is often sown at a later date and on less favourable fields.” Fertilising limitations and  decreasing investments in cultivation research may also play a role. "But the crop has been gaining more attention recently. There is a growing group of arable farmers who are dissatisfied with an average yield of ten tonnes per ha  and aim to increase it to 15 tonnes. This is theoretically feasible.”


Productiviteit tarwerassen stijgt onverminderd verder

Nergens ter wereld ligt de gemiddelde graanopbrengst per hectare zo hoog als in Nederland, namelijk ruim 10 ton per hectare. Door de introductie van nieuwe rassen stijgt de opbrengst iedere tien jaar met circa 8 tot 10 procent. Dit blijkt uit cijfers van het rassenonderzoek van Wageningen UR. Omgerekend naar een hectare wintertarwe betekent dit een opbrengstverhoging van 800 tot 1.000 kilogram. Veredelaars van nieuwe rassen leveren hiermee een grote prestatie. Daarbij is het volgens Wageningen UR-onderzoeker Lubbert van den Brink van belang om onafhankelijke rassenproeven uit te voeren. “Wij maken de genetische vooruitgang op een objectieve manier zichtbaar en helpen de akkerbouwer bij het kiezen van rassen die op zijn grondsoort de hoogste opbrengst en daarmee ook het hoogste saldo opleveren.”

Drie jaar in beproeving

Wageningen UR voert het rassenonderzoek uit in opdracht van kweekbedrijven. Nieuwe rassen worden alleen op de Aanbevelende Rassenlijst geplaatst wanneer betrouwbaar is vastgesteld dat ze beter presteren dan de oude. Omdat jaar- en perceelsinvloeden effect hebben op de prestaties van een ras, kan dat pas als het minimaal drie jaar is onderzocht. Elk jaar in september, aan het begin van het zaaiseizoen, maakt de Commissie Samenstelling Aanbevelende Rassenlijst Landbouwgewassen bekend welke nieuwe wintertarwerassen worden aanbevolen. Hierin zitten de proefveldresultaten van datzelfde jaar al verwerkt. Door het deels automatiseren van de gegevensverwerking, hebben de onderzoekers de cijfers binnen een maand na de oogst beschikbaar. 

Betere resistenties

Naast een hogere opbrengst is de graansector voortdurend op zoek naar rassen met betere ziekteresistenties, zodat de opbrengst ook zekerder is en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen geminimaliseerd kan worden. Bij wintertarwe gaat het om gele roest, meeldauw, bruine roest, bladvlekkenziekte en aarfusarium. Door te kiezen voor rassen met een goede ziekteresistentie, kan de teler zowel zijn kosten als het milieu sparen, omdat hij minder gewasbeschermingsmiddelen hoeft in te zetten. Zolang de rassen meelopen in het onderzoek, wordt de gevoeligheid voor de belangrijkste graanziekten ieder jaar weer opnieuw beoordeeld. Het blijkt dat sommige rassen op den duur toch vatbaarder worden, omdat schimmelziekten zich aanpassen. Zo stak de afgelopen jaren plotseling een nieuwe variant van gele roest de kop op. Dankzij het rassenonderzoek kunnen graantelers direct zien hoe de bestaande rassen zich dan houden.   

Stagnatie andere oorzaak

Terwijl Wageningse onderzoekers de opbrengsten op de proefvelden onverminderd zien stijgen, is de toename voor akkerbouwers niet van jaar tot jaar merkbaar. Sterker nog, in de afgelopen tien jaar zijn de opbrengsten in de praktijk nauwelijks meer vooruit gegaan, terwijl de potentiële maximale opbrengst van de nieuwe rassen wel omhoog ging. “De precieze oorzaak van die stagnatie weten we niet, maar vermoedelijk is het een optelsom van veranderende teeltomstandigheden”, zegt Van den Brink. “Tarwe wordt tegenwoordig later gezaaid dan vroeger, staat vaker op minder gunstige percelen en op kopakkers.” Ook beperkingen in de bemesting en steeds lagere investeringen in het teeltonderzoek kunnen volgens hem een rol spelen. “Toch krijgt het gewas recent weer meer aandacht. Er is een groeiende groep akkerbouwers die geen genoegen neemt met een gemiddelde opbrengst van 10 ton per hectare en ernaar streeft om daar 15 ton van te maken. In theorie is dat haalbaar.”



More news from: Wageningen University & Research


Website: http://www.wur.nl

Published: March 10, 2016

The news item on this page is copyright by the organization where it originated
Fair use notice

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

  Archive of the news section

 

 


Copyright @ 1992-2025 SeedQuest - All rights reserved